Per 1 januari 2022 bedraagt het financieringstekort ruim € 7 miljoen. Dit is het verschil tussen enerzijds de beschikbare vaste financieringsmiddelen, die bestaan uit de opgenomen geldleningen, het eigen vermogen en de voorzieningen (totaal € 134 miljoen) en anderzijds de boekwaarde van de investeringen en de grondexploitaties (totaal € 141 miljoen).
De korte rente (rentetypische looptijd < 1 jaar) is in het algemeen lager dan de lange rente (rentetypische looptijd ≥ 1 jaar). Op grond van deze veronderstelling is het uitgangspunt om de financieringsbehoefte eerst te dekken met de maximaal toegestane kasgeldlimiet en de resterende behoefte te dekken met langlopende leningen. Met deze aanpak proberen wij de financieringskosten zo laag mogelijk te houden.