Home

Algemeen

Voor u ligt de programmabegroting 2022-2025. Een begroting waarin voor een totaalbedrag van ruim
77 miljoen euro aan lasten wordt verdeeld over 6 programma's. In de onderstaande tabel ziet u voor
2022 de totaalbedragen per programma.

Programma

Lasten

Baten 

Saldo

1

Ruimtelijke ontwikkeling

15.741

-14.054

1.686

2

Ruimtelijk beheer

15.053

-8.656

6.396

3

Sociaal domein

30.742

-6.359

24.383

4

Bestuur en dienstverlening

6.066

-314

5.752

5

Bedrijfsvoering

9.001

-224

8.777

6

Alg. dekkingsmiddelen

876

-48.088

-47.212

Begrotingssaldo 

77.479

-77.695

-218

De begroting 2022 sluit met een positief resultaat van € 218.000, een beter resultaat dan we bij de UPN prognosticeerden. Deze verbetering heeft een groot aantal grotere en kleinere oorzaken waar we in deze inleiding in hoofdlijnen op ingaan.

Een belangrijke ontwikkeling sinds het samenstellen van de UPN heeft betrekking op de kosten van jeugdzorg. Na het samenstellen van de UPN, maar nog voor de behandeling in uw vergadering van 1 juli jl. , heeft het kabinet afspraken gemaakt met de VNG over de uitspraak van de commissie van wijzen die zich heeft gebogen over de kosten van de jeugdzorg. Voor 2022 betekent dit dat Nieuwkoop circa € 1,4 mln. (incidenteel) meer ontvangt dan waar we in de UPN van uit konden gaan. Dit hebben wij u gemeld onder meer in onze brief over de meicirculaire van 23 juli. Deze uitspraak heeft ook gevolgen voor het meerjarenperspectief.

Alhoewel het huidige, demissionaire, kabinet alleen voor 2022 extra middelen heeft toegezegd accepteert de provincie als toezichthouder dat wij in het meerjarenperspectief 75% van de extra middelen ramen als inkomsten. Hierover zijn afspraken gemaakt tussen ministerie BZK, VNG en IPO. Ook hierover hebben wij u in de brief omtrent de meicirculaire geïnformeerd. Wel is na het verzenden van genoemde brief nieuwe informatie naar buiten gekomen over de wijze van berekenen van deze extra inkomsten. Hierdoor is het voordeel in de periode 2023-2025 circa € 150.000 lager dan wij in de brief hebben gemeld.

In het besluit over de UPN heeft u ons meegegeven om scenario 3 uit het raadsvoorstel als uitgangspunt op te nemen bij het opstellen van de begroting, om daarmee de baten en lasten van de jeugdzorg budgettair neutraal in de begroting te verwerken. Door de afspraak tussen ministerie BZK, VNG en IPO is dat niet meer mogelijk. Immers: de kosten horen op een realistisch niveau geraamd te worden én de extra baten mogen niet hoger dan voor 75% van berekening van de commissie van wijzen worden meegenomen in de begroting.

Bovenstaande heeft erin geresulteerd dat in het resultaat, zoals dat nu wordt gepresenteerd, een negatief saldo van circa 1 miljoen veroorzaakt wordt door de kosten in de jeugdzorg.

Vermeldenswaard is dat, als de extra baten in de jeugdzorg op 100% van de uitspraak van de commissie van wijzen zouden zijn geraamd, dit tot een positiever resultaat van € 300.000 zou opleveren, waarmee dus van een volledige compensatie van de kosten in de jeugdzorg geen sprake zal zijn. Dit vraagt blijvende scherpe aandacht naar de toekomst zowel op gemeentelijk als landelijk niveau om kosten en baten in balans te brengen.

Deze begroting is zoals aangekondigd beleidsarm; bij de ramingen is uitgegaan van het uitvoeren van de bestaande structurele taken en nieuwe wettelijke verplichtingen waar middelen vanuit het rijk tegenover staan. Nieuw beleid is aan het volgende college na de gemeenteraadsverkiezingen van maart volgend jaar.

Naast de al genoemde onzekerheid met betrekking tot de middelen voor jeugdzorg is er een aantal andere risico’s te benoemen die van invloed zijn op de financiële positie van de gemeente Nieuwkoop.

Nog steeds is er onduidelijkheid over de herverdeling van het gemeentefonds. Begin 2021 verwachtten we dat het effect voor Nieuwkoop redelijk beperkt zou zijn maar de meest recente herverdelingsvoorstellen m.b.t. het gemeentefonds betekenen een nadeel van circa € 750.000 voor de gemeente Nieuwkoop.

Dit herverdelingsvoorstel ligt nu bij de VNG voor ter consultatie. Besluitvorming wordt overgelaten aan het nieuwe kabinet, waarna invoering vanaf 2023 en 2024 wordt voorzien. In deze begroting is met de herverdeling van het gemeentefonds nog geen rekening gehouden omdat de daadwerkelijke ‘koek’ (verdeling + totale omvang) nog onzeker is en zo ook welke middelen een nieuw kabinet überhaupt ter beschikking gaat stellen aan de gemeenten.

Keuzes die een nieuw kabinet zal gaan maken zullen gevolgen hebben voor de financiële positie van gemeenten en dus ook van die van Nieuwkoop.

Verder zal toch ook de covid-pandemie nog de nodige onzekerheid op tal van terreinen van de gemeentelijke bedrijfsvoering met zich meebrengen: van het verstrekken van uitkeringen tot de gevolgen voor de grondstoffenprijzen. Een positief punt is dat, ondanks de pandemie, de economie het over het algemeen goed doet. Uiteraard met de kanttekening dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende sectoren.  

Zoals ook uit bovenstaande tabel blijkt is de Programmabegroting voor de jaarschijven 2022 en 2023 sluitend. De jaren 2024 en 2025 zijn niet sluitend. Deze begroting voldoet aan de eisen die de toezichthouder stelt.

Gelet op de bovenvermelde onzekerheden ten aanzien van toekomstige ontwikkelingen is het belangrijk om alert en kritisch te zijn op de financiële kostenontwikkeling in de komende jaren maar vormt nog geen reden tot grootschalige bezuinigingen met alle gevolgen van dien. Wel is het van groot belang om bewust te zijn van de zich negatief ontwikkelende structurele begrotingslast en de ontwikkeling van de baten.  Pas bij het opstellen van de Programmabegroting 2023 en verder zal er meer duidelijkheid zijn ten aanzien van de ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor de begroting.

Tot slot is het goed om te benoemen dat onze financiële positie komende jaren als goed mag worden aangemerkt, waarbij we tot 2024 een solvabiliteitsratio van boven de, door de raad gestelde, 40% hebben en een weerstandsvermogen die gekwalificeerd staat als uitstekend. Vanaf 2024 staan er meer investeringen gepland waardoor de solvabiliteitsratio tijdelijk onder de 40% raakt. Daarnaast is het belangrijk om te benoemen dat de gemeente in haar beheer in de openbare ruimte, denk aan onderhoud wegen, riolering, verlichting, kunstwerken, een degelijk financieel beheer voert hetgeen zekerheid biedt qua onderhoud naar de toekomst.

Deze pagina is gebouwd op 11/12/2021 12:04:52 met de export van 11/12/2021 11:55:26